neptunus
Ontdekking van Neptunus
De eerste waarnemingen van Neptunus werden in december 1612 en januari 1613 verricht door Galileo Galilei, toen de planeet vlak naast Jupiter verscheen. Maar omdat hij ervan uitging dat het een ster betrof, staat de ontdekking niet op zijn naam. In 1821 publiceerde Alexis Bouvard tabellen van de baan van Uranus, waarbij hij afwijkingen (storingen of perturbaties) opmerkte die alleen door een andere planeet veroorzaakt konden worden. In 1843 berekenden John Couch Adams en Urbain Le Verrier onafhankelijk van elkaar de baan die deze hypothetische planeet zou beschrijven, maar deze werd door George Airy als onmogelijk afgedaan. In de zomer van 1846 begon James Challis aarzelend een nieuwe zoektocht naar de onbekende planeet. Het waren echter Johann Galle en Heinrich d'Arrest die de planeet op 23 september 1846 voor het eerst waarnamen, slechts 1° vanaf de plaats waar Adams en Le Verrier haar hadden voorspeld. Later realiseerde Challis zich dat hij in augustus de planeet al twee keer had waargenomen, zonder haar te herkennen als de nieuwe planeet. Op 12 juli 2011 zal Neptunus een volledig omloop rond de zon hebben gemaakt sinds de ontdekking van de planeet in 1846.
[bewerken] Samenstelling
De opbouw van de ijsreus Neptunus vertoont veel overeenkomsten met die van Uranus. De kern bestaat uit (gesmolten) metaal en rots en daaromheen bevindt zich een mantel van gesteente, water, ammoniak en methaan. Naar buiten toe wordt de mantel steeds vloeibaarder en gaat uiteindelijk geleidelijk over in de atmosfeer.
[bewerken] Atmosfeer
Op grotere hoogten bestaat de atmosfeer van Neptunus vrijwel volledig uit waterstof en helium. Lager wordt er ook methaan, ammoniak en water aangetroffen. De relatief hoge concentratie methaan in de lagere atmosfeer veroorzaakt de voor Neptunus karakteristieke blauwe kleur. In tegenstelling tot de atmosfeer van Uranus, komen er op Neptunus wel grote wolkenformaties voor. Tot 1994 kwam er een grote donkere vlek voor die vergelijkbaar is met de Grote Rode Vlek op Jupiter, maar later is die verdwenen en verscheen er een nieuwe. Met behulp van de Hubble ruimtetelescoop zijn in de atmosfeer van Neptunus de hoogste windsnelheden van het zonnestelsel gemeten die rond de evenaar kunnen oplopen tot 2000 km/u. Vermoedelijk worden deze stormen veroorzaakt door de warmteuitstraling van de planeet.
[bewerken] Manen en ringen rondom Neptunus
De langst bekende maan van Neptunus is Triton, waarvan het bestaan al een maand na de ontdekking van de planeet (1846) werd bevestigd. Pas in 1949 werd door Gerard Kuiper de tweede maan Nereïde ontdekt. In totaal zijn er in 2004 13 manen rondom Neptunus bekend.
Naam | Middellijn (km) | Massa (1016 kg) | Straal van de baan (km) | Omlooptijd* (d) | |
---|---|---|---|---|---|
Neptunus III | Naiad | 58 | ~19 | 48.227 | 0,294396 |
Neptunus IV | Thalassa | 80 | ~37 | 50.075 | 0,311484 |
Neptunus V | Despina | 148 | ~210 | 52.526 | 0,334656 |
Neptunus VI | Galatea | 158 | ~370 | 61.953 | 0,428744 |
Neptunus VII | Larissa | 193 (208 × 178) | ~490 | 73.548 | 0,554653 |
Neptunus VIII | Proteus | 418 (436 × 416 × 402) | ~5000 | 117.647 | 1,122315 |
Neptunus I | Triton | 2707 | 2,140.000 | 354.800 | –5,876579 |
Neptunus II | Nereïde | 340 | ~3100 | 5.513.400 | 360,135 |
Neptunus IX | Halimede | 60 | ~9 | 15.728.000 | –1879,71 |
Neptunus XI | Sao | 38 | ~9 | 22.422.000 | 2914,07 |
Neptunus XII | Laomedeia | 38 | ~9 | 23.571.000 | 3167,85 |
Neptunus X | Psamathe | 28 | ~1.5 | 46.695.000 | –9115,91 |
Neptunus XIII | Neso | 60 | ~9 | 48.387.000 | –9373,99 |
* Neptunus roteert, van zijn noordpool af gezien, tegen de wijzers van de klok in. Ook de meeste manen bewegen "linksom". Een negatieve omlooptijd geeft een rotatie aan die hieraan tegengesteld is ("rechtsom").
De eerste vermoedens van (onvolledige) ringen rondom Neptunus ontstonden halverwege de jaren 80. Deze vermoedens werden in 1989 door waarnemingen van de voorbij vliegende ruimtesonde Voyager 2 bevestigd. De buitenste Adams ring bestaat uit vier afzonderlijke bogen die de namen Liberty, Equality, Fraternity en Courage dragen. Onder invloed van de maan Galatea groeien deze bogen niet uit tot volledige ringen. Met de Voyager zijn ook dichter bij de planeet nog enkele ringen ontdekt. Al deze ringen zijn erg smal en vermoedelijk ontstaan na het inslaan van meteorieten op de manen. Er is in 2004 een vijftal ringen bekend die zich bevinden op afstanden tussen 41.900 en 62.900 km van het centrum van de planeet. Nieuwe waarnemingen vanaf de Aarde in 2005 wijzen erop dat de ringen van Neptunus veel minder stabiel zijn dan eerder gedacht werd. De Liberté ring verdwijnt mogelijk binnen een eeuw. [1]
Naam van de ring | Straal (km) | Breedte (km) | Aantekening |
---|---|---|---|
1989 N3R ('Galle') | 41,900 | 15 | Vernoemd naar Johann Galle |
1989 N2R ('Leverrier') | 53,200 | 15 | Vernoemd naar Urbain Le Verrier |
1989 N4R ('Lassell') | 55,400 | 6 | Vernoemd naar William Lassell |
Arago Ring | 57,600 | - | Vernoemd naar François Arago |
Liberté Ring boog | 62,900 | - | "Leidende" boog |
Égalité Ring boog | 62,900 | - | "Equidistante" boog |
Fraternité Ring boog | 62,900 | - | "Volgende" boog |
Courage Ring boog | 62,900 | - | |
1989 N1R ('Adams') | 62,930 | <50 | Vernoemd naar John Couch Adams |
Sommige planetoïden hebben dezelfde naam als de manen van Neptunus: 74 Galatea, 1162 Larissa. Triton had geen officiële naam tot de 20e eeuw. De naam was in 1880 gesuggereerd door Camille Flammarion, maar werd niet algemeen gebruikt tot de late jaren 1930. Triton stond bekend als "de satelliet van Neptunus", de tweede satelliet werd immers pas in 1949 ontdekt